Een sterke openingszin grijpt je onmiddellijk. Vraag een boekliefhebber naar memorabele openingszinnen en hij of zij kan er ongetwijfeld enkele citeren. Neem bijvoorbeeld: “Misschien komt het door de sneeuw dat ik me ’s morgens al zo moe voel.” (uit Hersenschimmen van Bernlef) of “Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.” (uit Anna Karenina van Tolstoj). In dit artikel bekijken we enkele van de meest iconische openingszinnen uit zowel de Nederlandstalige als wereldliteratuur.
Wij vullen dit artikel regelmatig aan!
De mooiste openingszinnen uit boeken van Imke
Pride and Prejudice – Jane Austen
It is a truth universally acknowledged that a single man in possession of a large fortune must be in want of a wife.
Dit is gewoon een klassieker, en terecht. Ik hoefde deze ook niet op te zoeken, maar ik ken het uit mijn hoofd. Het verhaal heeft voor mij een speciaal plekje in mijn hart, ik heb meerdere uitgaven van dit boek en ook de film is meer dan fantastisch. Deze openingszin vat gewoon prachtig samen waar het om draait!
De boekendief – Markus Zusak
First the colours.
Then the humans.
That’s usually how I see things.
Or at least, how I try.
Here is a small fact. You are going to die.
Deze zin wordt geschreven door De Dood, die in dit heerlijke boek een personage is en een eigen stem heeft gekregen van Zusak. Allereerst vind ik het zelf heel origineel dat het verhaal door De Dood wordt verteld, maar wat deze openingszin zo interessant maakt, is dat je dat op het moment dat je het boek begint, nog niet weet. Een stukje mystiek, een beetje beeldend werken met tekst, dat grijpt mijn aandacht in ieder geval zeker!
Memoirs of a Geisha – Arthur Golden
Suppose that you and I were sitting in a quiet room overlooking a garden, chatting and sipping at our cups of green tea while we talked about something that happened a long time ago, and I said to you, ‘That afternoon when I met so-and-so…was the very best afternoon of my life, and also the very worst afternoon.’
Deze openingszin is wellicht op het eerste oog niet zo mooi of pakkend (in ieder geval veel minder pakkend dan die uit de film; “a story like mine should never be told”) maar als je net als ik, dit boek nog een keer gelezen hebt, of na het zien van de film het boek leest, merk je wat er al aan voortekenen in deze zin verstopt zitten en dan krijgt deze o zo simpele tekst, ineens een hele diepe, droevige betekenis.
The night circus – Erin Morgenstern
The circus arrives without warning.
No announcements precede it, no paper notices on downtown posts and billboards, no mentions or adertisements in local newspapers. It is simply there, when yesterday it was not.
De toon is direct gezet met deze opening: mysterie, duister, onverklaarbare gebeurtenissen. Een circus dat verdwijnt en verschijnt. Alles aan deze zin wekt nieuwsgierigheid op!
Shantaram – Gregory David Roberts
Het was een lange en verre reis naar inzicht in de liefde en ons lot en de keuzes die we maken, maar de kern drong tot me door in een flits, toen ik geketend aan een muur hing en gemarteld werd.
Tsja, met dit citaat KNAL je gewoon het verhaal binnen. Een man die zichzelf probeert te vinden en zijn leven probeert te ontvluchten in de sloppenwijken van India. Hoewel het een behoorlijk fors boek is, weet een openingszin als deze je gewoon gerust te stellen: dit wordt absoluut de moeite waard.
De mooiste openingszinnen uit boeken van Edwin
Anna Karenina – Leo Tolstoy
Happy families are all alike; every unhappy family is unhappy in its own way.
Dit is voor mij de allermooiste openingszin allertijden in de literatuur. Misschien omdat ik erg fan ben van het gehele oeuvre van Tolstoy, of omdat het gewoon een hele mooie zin is. In de zin zit zo enorm veel diepgang. Logisch dat dit voor veel mensen de mooiste openingszin is!
Oog om oog – Teddy Tegenbosch
Voordat je dit boek gaat lezen, moet je een ding weten: dat het me spijt. En dat ik het een volgende keer weer zou doen
Deze zin, geschreven door de Nederlandse auteur Teddy Tegenbosch, vind ik zelf erg mooi. Ik ben meteen geprikkeld en wil weten wat er gaat komen.
De Hobbit – J.R.R Tolkien
Als Tolkien fan kan ik er niet omheen: De eerste zin uit de Hobbit van J.R.R. Tolkien.
In een hol onder de grond woonde een hobbit.
De zin maakt meteen nieuwsgierig. Wat is een hobbit? Waarom woont het in een hol onder de grond. Tolkien schreef deze zin op toen hij als docent werk nakeek van een student. Dit examenblad is helaas met de tijd verloren gegaan, anders had het nu honderdduizenden euro’s waard geweest.
In het Engels vind ik de eerste twee zinnen misschien nog wel mooier uit het boek:
In a hole in the ground there lived a hobbit. Not a nasty, dirty, wet hole, filled with the ends of worms and an oozy smell, nor yet a dry, bare, sandy hole with nothing in it to sit down on or to eat: it was a hobbit-hole, and that means comfort.
Hersenschimmen – J. Bernlef
Misschien komt het door de sneeuw dat ik me ’s morgens al zo moe voel.
Deze zin zet meteen de toon. Hersenschimmen is een boek waarin Bernlef op een ontroerende manier de aftakeling van Maarten beschrijft. Hij heeft dementie. De zin drukt op een eenvoudige en krachtige manier uit hoe Maarten zich voelt en is een ontroerende start van het boek.
Harry Potter en de steen der wijzen – J.K. Rowling
In de Ligusterlaan, op nummer 4, woonden meneer en mevrouw Duffeling.
Oké, deze zin is op zichzelf niet bijzonder, maar toch wil ik hem in de lijst benoemen. Deze mooie openingszin was de start van een geweldige boekenserie, waar ik mee ben opgegroeid. De zin erna prikkelt wel een stuk meer:
Ze waren er trots op dat ze doodnormaal waren en als er ooit mensen waren geweest van wie je zou denken dat ze nooit bij iets vreemds of geheimzinnigs betrokken zouden raken waren zij het wel, want voor dat soort onzin hadden ze geen tijd.
Hard Land – Benedict Wells
Die zomer werd ik verliefd en ging mijn moeder dood.
Tja. Dit is gewoon straight to the Point. De schrijfstijl in Hard Land kon ik vanaf de eerste zin erg waarderen.
De uitvreter – Nescio
Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.